Dag 9

Dinsdag 18 september 2007
Confrontatie met de realiteit

Het is de schuld van de gevangenen dat de toiletten verstopt zijn.
Vandaag op het programma, bezoek aan de gevangenis en het ziekenhuis. We willen gaan kijken en op zoek gaan naar oplossingen voor het probleem van de verstopte toiletten in de gevangenis. We nemen een aantal boeken speelkaarten, schriftjes en schrijfgerief mee voor de gevangenen. We lopen eerst langs het cachot waar 10 vrouwen en 8 mannen zitten opgesloten in een onmogelijke kleine ruimte. Bij de vrouwen zit er zelfs een baby bij. Ze hebben al 2 dagen geen eten gekregen en ze krijgen amper water. Opgesloten met 10 in een donkere ruimte van 3 op 4 meter. De bewakers blijken niet echt nuchter te zijn. Ze proberen onze speelkaarten en schriften af te snoepen. We houden voet bij stuk. Dit zijn spullen voor de gevangenen. Eén bewaker slaagt er toch in om een boek speelkaarten van de gevangenen af te nemen. We staan machteloos. Ik wijs de bewaker erop dat deze niet voor hem bestemd zijn, maar de speelkaarten zijn al verdwenen en met een glimlachje wuift hij ons weg. Een beetje gefrustreerd en met een berg woede over de toestanden in het cachot gaan we naar de gevangenis. Voor we binnen gaan ontdekken we dat er 2 mensen samen met de directeur van de gevangenis bezig zijn het probleem van de toiletten te bespreken. Ze willen het probleem aanpakken zegt de van kop tot teen uitgedoste dame, die wat wankel staat op haar fijne hakjes. Nu ja, aanpakken… Vooral veel gepraat en weinig concreet. Ook duiken er 2 broeders op die vaak op bezoek zijn in de gevangenis. We staan met een grote club mensen, die van elkaar weinig of niets weten en toch allemaal met de gevangenis betrokken zijn. Er groeit het idee om een overleg te organiseren met al de betrokken personen rond de problemen van de gevangenis.
We gaan de gevangenis binnen, de dame met haar fijne hakjes heeft de grootste moeite om zich recht te houden. Terwijl de dame en haar ingenieur de situatie van de toiletten gaan bekijken, nemen Ben en ik de kans om met de gevangenen in gesprek te komen. Er komen aan een snel tempo heel wat verhalen naar boven. We worden meegenomen naar de toiletten, de slaapplaatsen, de watervoorziening… een hele rondleiding door de gevangenis. We worden geconfronteerd met 2 kasserollen die totaal versleten zijn. Ze worden gebruikt om in te koken, zich te wassen, kleren te wassen en bovendien de toiletten leeg te scheppen. Ze hebben in totaal 3 kasserollen voor 400 mensen. We ontmoeten een jongen van 16 die opgesloten zit omdat hij ’s nachts over straat liep, een woord teveel gezegd tegen de politie en nu zit hij hier vast. Hij kijkt radeloos uit zijn ogen. Het doet me aan een ander verhaal denken van die jongen van 13. Hij had een lijk gevonden aan de rivier, heeft dat gemeld en werd zelf als verdachte opgepakt bij gebrek aan beter. Daar staat hij, verloren in de hel van Beni. Het is moeilijk om te begrijpen. Vlak naast de jongen van 16 staat een tweevoudige moordenaar. Het is lopen op een dunne lijn tussen recht en onrecht in een gevangenis die helemaal niet getuigd van recht. De hel van Beni, ik kan ze ruiken, voelen en zien maar niet begrijpen. Geen eten, geen water, geen hout, geen menswaardigheid, dezen mensen zitten verdrongen in een berg afval en een walgelijke stank van een uitzichtloze toekomst. Afgelopen weken stierven hier nog 2 mensen van ontbering en ziekte. De verontwaardiging maakt Ben en mij wakker. We bedenken meteen plannen om een deel van dit leed aan te pakken. Kasserollen, waar vinden we kasserollen, hoeveel kan dat kosten? Is er een mogelijkheid om regenwater op te vangen, zodat er toch een beetje water is. We zoeken antwoorden op de zovele vragen die we mee naar buiten hebben genomen.


Enkele mensen van de groep gaan de zusters helpen met het pellen van de bonen voor de gevangenen. De zusters brengen af en toe vrijwillig eten naar de gevangenen. Een edel project maar helaas te weinig, vrees ik. Als de zusters het eten naar de gevangen vrouwen willen brengen blijkt dat niet zo eenvoudig te zijn horen wij ’s avonds in het relaas. Zonder de chef krijgen ze geen toestemming om het eten te geven en de chef blijkt spoorloos. Na heel wat onderhandelen en toestanden krijgen ze dan uiteindelijk toch de toestemming om het eten uit te delen. Ook in de gevangenis zijn ze getuige van een bizar moment. Voor het eten wordt binnengebracht zijn eerst de bewakers aan de beurt. Zij nemen hun deel van het eten. Binnen in de gevangenis wordt het eten bij elkaar gezet. Voor dat het verdeeld wordt is er eerst nog een ceremonie van een half uurtje om te danken voor dit eten, in de blakende zon en met een hoop hongerige mensen er rond.

Na het bezoek in de gevangenis ga ik samen met Ben, Jan en Saskia naar het ziekenhuis. De eerste indruk is goed. We worden hartelijk ontvangen door dokter Merlijn. Hij legt ons de toestand van de gezondheidszorg in deze streek uit. Dit ziekenhuis is voor de laagste klasse. Er zijn nog een aantal privé-ziekenhuizen voor de rijkere klasse. Het ziekenhuis van Beni bestaat uit verschillende blokken. Aan iedere blok is er aan de buitenkant een afdak voorzien om te kunnen koken. Het ziekenhuis staat namelijk alleen in voor de medische zorgen. Eten, daarvoor moet de familie van de patiënt zelf zorgen. We worden rondgeleid doorheen de verschillende afdelingen van het ziekenhuis. Malaria en ondervoeding zijn het grootste probleem. Zeker in combinatie met de groeiende aids-problematiek kunnen de gevolgen nefast zijn. Desondanks er voldoende voedsel is in de Kivu, is het vooral de eenzijdige voeding die het probleem van de ondervoeding zo groot maakt. Ook het grote gebrek aan melkproducten is daar een oorzaak daarvan, krijgen we te horen. We lopen tussen de ziekenbedden. Moeder en kind liggen samen in één bed. Alles ziet er ouderwets maar verzorgd uit. De medische zorg is meer dan behoorlijk. Het meervoudige gebruik van naalden behoort hier gelukkig tot het verleden. Alleen het grote gebrek van medicijnen is het grootste probleem van het ziekenhuis.

Ik kan het niet laten om de ballonnen boven te halen. De schittering in de ogen van de kinderen zowel als in die van de moeders zijn indrukwekkend. Contact leggen is wel niet gemakkelijk en gek doen lijkt men niet te begrijpen. Heel zacht, even dichterbij, een hand dat doet deugd.De figuur clown kennen ze hier niet. Het zal nog heel wat uitzoekwerk vragen om hier te voelen wat clownen kan betekenen. ZIJN is hier het belangrijkste, merk ik meer en meer. We kunnen al dit onrecht en deze ellende niet oplossen. Maar er volledig zijn in het nu-moment, heel zacht zonder franje van mens tot mens, is al heel wat.

Op de materniteit gonst het van activiteit. Een grote zaal met 30 bedden en ze liggen allemaal vol, het is bandwerk. De jongste mama hier is 15, de oudste naar vermoeden 44. De meeste moeders verlaten na 2 dagen het ziekenhuis en sommige gaan de dag zelf nog naar huis. Als je dan nog te horen krijgt dat bijna 50 % van de moeders thuis bevalt, dan krijg je een beetje zicht op de hoeveelheid kinderen die in dit land worden geboren. Toch groeit de bevolking niet echt, horen we. Met een levensverwachting van ongeveer 45 jaar is dat niet moeilijk. The circle of life gaat hier tamelijk snel. Voor ieder verlies van leven wordt er een kind geboren. Hopelijk groeit dit op in een betere wereld. Ik verlaat het ziekenhuis met de nodige gevoelens, de echte emoties zullen pas later komen. De beide bezoeken van deze dag laten een diepe indruk achter. Congo, land vol contrasten, zoveel nood, zoveel… en ik zo weinig…

Na het bezoek schuimen Ben en ik de winkeltjes af, op zoek naar kasserollen. Een eerste poging tot prijsvragen… We malen in ons hoofd en denken aan regenpijpen, afvoer en een waterton. Denkpistes vanuit een gevoel in de buik. We willen concreet denken aan oplossingen maar in een land als Congo heb je dus geen brico’s en geen gamma’s. Het wordt dus een lange zoektocht naar wat eigenlijk hier mogelijk is. Veel vragen in het hoofd en vooral niet opgeven.



1 opmerking:

Anoniem zei

Al ben ik er nog niet helemaal door om al jouw 'notities' over jouw Congo-ervaring te lezen,
ik vind het wel fijn ook deze Tom-van-onze-clownerie-cursus zo aan het woord te horen. Bedankt.