Dag 13

Zaterdag 22 september 2007
Tussen afscheid en weeshuis


We zijn vroeg wakker. Het was slapen als op een slaaptrein, de sporen van de avond ervoor denderden door het hoofd. Zullen ze vandaag vertrekken of niet. Ludwig belt naar zijn schoonbroer, hij moet naar huis. Nu is het zeker. Ze moeten in 7 haasten hun spullen inpakken. Het vliegtuig dat hen naar Entebbe kan brengen staat vertrekkensklaar. Het afscheid gaat heel snel. Veel te snel voor mij. Verscheurd blijf ik staan. Als ze weg zijn, komen de tranen, ze vloeien. Mijn 2 dichtste vrienden van deze reis gaan weg. Ik voel mij verantwoordelijk om onze gezamenlijke projecten af te werken. Van de andere kant had ik moeten meegaan met mijn vriend.

Het verhaal van hun terugreis blijkt verschillende wendingen te hebben genomen. Uiteindelijk vliegen ze naar Goma, vandaar via de weg naar Kigali om daar het vliegtuig richting thuis te nemen. Ik wacht gespannen op elk bericht van hun.


Om de gedachten te verzetten is het goed dat we het geplande bezoek naar het weeshuis doen. We hadden vorige week beloofd om nog eens langs te komen. Ik neem mijn circusgerief en de ballonnen mee. We nemen ook knuffels en kleding mee om af te geven. We worden weer hartelijk ontvangen door de zusters. De kleine kinderen hebben angst als we binnenkomen. Je zou voor minder als er een 8-tal mzungu’s boven je hoofd komen hangen. Ik ga op mijn knieën zitten, andere volgen en de rust komt langzaam weer. Tot de knuffels boven komen, dan start het geween weer opnieuw. Ze kennen dit niet, knuffels, wat een rare dingen. Maar alles went snel. Ik neem mijn ballonnen ter hand. De magie van ballonnen hier is duizend keer sterker dan bij ons. Wat heerlijk om wat kleur binnen te brengen in de donkere grauwe ruimtes. We gaan door naar het ziekenhuis. Handen geven, hoop geven. De hartelijkheid wordt zeer gewaardeerd. Een hand krijgen van een blanke is hier nog altijd wereldklasse. Zo voelt het toch. Het is wel een dubbel gevoel. Je raakt hier het koloniale gevoel nooit kwijt. Maar van de andere kant zie je de schittering in de ogen van de mama met haar tweeling. Terwijl ik intens geniet van deze ontmoetingen hoor ik op de achtergrond weer een aantal verhalen in de groep circuleren met een hoog sensatiegehalte. Ik wil er niet naar luisteren, het lijkt wel of hier nooit eens iets goed is. Sommigen zien overal de negatieve dingen in. Mensen worden hier geholpen en omringd door zachte, lieve mensen. Wat willen wij nog meer. Alles wat hier kerkgebonden is wordt voortdurend afgebroken. Het is niet te begrijpen. Wij zien en voelen ook wel wat er hier aan de hand is, ik heb geen behoefte om steeds nog meer overladen te worden met verhalen van ellende en wantrouwen. Ik mis Ben en Ludwig, nu al…

De tweeling ??

We keren terug en maken ons klaar om af te reizen naar Butembo. Op weg naar 100 jaar evangelisatie in Beni-Butembo. Het nieuws dat Ludwig en Ben vertrokken zijn richting Goma doet deugd.

1 opmerking:

Anoniem zei

Eén ding is alvast duidelijk : het Paradijs ligt nog iets verder...We mogen alleen de Hoop niet opgeven ...!!!Hét leven is inderdaad een soep en wij zijn de ballekes. Je kent dat gezegde voorzeker ook wel hé, Tom. Wel, als we dan toch de 'ballekes' zijn, ...Dit leven is strijd,... en ik geloof in die God door wie alles mogelijk wordt wat wij aan goeds aan Hem vragen in vertrouwen. Laten we maar niet twijfelen dat die 'ballekes', onze o zo nietige bijdragen inderdaad (...) met een groot hart gegeven, wel degelijk verschil maken ...als Hij ze mag bewerken (doorheen ons eventueel).