Dag 5

Vrijdag 14 september 2007
Tweede werkdag

Werken, samen, hand in hand.
We hervatten de werkzaamheden van gisteren. Alleen er is geen benzine. De vrachtwagen staat volgeladen stil. Pére Aurilien blijkt een geweldige actie te hebben ondernomen om de boel plat te leggen. Er staat namelijk een vergadering over de financiën op het programma. Volgens ons gevoel en inschattingsvermogen heeft hij blijkbaar geen zin om deze vergadering te laten doorgaan. Er moet in de afgelopen maanden het een en het ander zijn misgegaan. Na veel toestanden en gepalaver is er eindelijk benzine. Wij kunnen vertrekken en de vergadering kan dan toch van start gaan. We rijden terug richting bouwwerf. Het enthousiasme van de inwoners van Beni lijkt wat getemperd. We krijgen het akelige gevoel dat we deze mensen een mogelijke job ontnemen. Elke keer passeren we een wachtplaats van vrachtwagens en personeel om materiaal te vervoeren. Ze kijken met een niet zo positieve blik onze richting uit.

Onze chauffeur van de vrachtwagen, hij geniet van ons te zien werken.
Een geweldige kerel, hij lacht veel. Een week later is hij doodziek door malaria.
Er was ook vanmorgen tijdens het ontbijt een kleine discussie over het uitdelen van gadgets en ballonnen. Onze voorgangers die naar de werf gingen hebben zich duidelijk laten gaan. Overal zien we onderweg kinderen met gele ballonnen rondlopen. Met ons viertal op de vrachtwagen kiezen we voor andere manier om deze mensen iets te geven. We geloven meer in de aankoop van plaatselijke producten. We stoppen even om een paar trossen banaantjes te kopen. Eerlijke handel, al blijft het uitdelen van ballonnen ook wel leuk. De bananen zijn heerlijk, zo ook de avocado’s en de passievruchten. Verser kan niet.
Benzine op, altijd garant voor een avontuur.
Bij de laatste rit van de dag gebeurt het onvermijdelijke. We vallen stil, de benzine is weer op. We staan stil op het kleine zandweggetje richting gevangenis. We staan nog geen seconde stil of we worden overvallen door een grote groep nieuwsgierige kinderen. Alles in het oog houden is de boodschap, er zitten een paar grijpgrage handjes tussen. Ze vragen om geld, koekjes, petjes en ballonnen. Ze bieden zich aan om als zoon met ons mee te gaan naar België. Ze wijken geen seconde van onze zijde. Om het geheel kompleet te maken barst er boven ons hoofd een onweer los met een gigantische regenbui. We mogen schuilen in een plaatselijke hut. Niet te geloven hoe mensen hier leven in een klein hutje zonder enige vorm van comfort.


Schuilen tegen de regen.

In raak in gesprek met onze chauffeur. 3 dollar per dag heb je hier nodig om te kunnen overleven. Hij verdient 1 dollar per dag. We lijden, zegt hij, maar het is een eer om te lijden in Congo. Hij lacht uitbundig, maar het is een beetje groen. Congo beschikt over alles zegt hij.
Grondstoffen, voedsel en mineralen, maar toch wil het niet lukken. De corruptie is de duivel van Congo. Ik geef hem een hand, hij lacht. Rafiki zegt hij en gaat opzoek naar benzine. We keren met de modder aan de schoenen terug door de koelte van een verfrissende regenbui. Ploeteren door de modder, zo lijkt het leven in Congo te zijn.

Geen opmerkingen: