Korte geschiedenis over Congo

1885 De Conferentie van Berlijn verdeeld Afrika onder de imperialistische grootmachten. Leopold II krijgt Congo als persoonlijk bezit. Historici schatten dat er tot 10 miljoen Congolezen het slachtoffer werden van het bewind van de Belgische koning.
1908 Leopold II laat Congo aan de Belgische staat.
4 en 5 januari 1959 Het leger onderdrukt een volksopstand in Leopoldsville (Kinshasa). Bilan: 300 doden.
Mei 1960 De nationalistische beweging wint de verkiezingen. Op 137 zetels haalt de beweging er 71. De minister van Afrikaanse Zaken, Ganshof van der Meersch, die in Leopoldsville resideert probeert de vorming van een nationalistische regering te verhinderen.
17 juni 1960 Onder druk van de nationalisten duidt Ganshof van der Meersch Lumumba aan als formateur.
30 juni 1960 Congo verwerft de onafhankelijkheid.
11 juli 1960 Moïse Tshombe roept zichzelf, gesteund door Belgische kolonialen, uit tot president van het 'onafhankelijke' Katanga, de rijkste provincie van Congo. België stuurt 10.000 soldaten naar Congo.
14 september 1960 Mobutu organiseert zijn eerste staatsgreep. Lumumba wordt onder huisarrest geplaatst. Zijn regering trekt zich terug in Stanleyville.
Augustus 1961 Pierre Mulele verwerft de erkenning van de regering Lumuba-Gizenga door de Sovjetunie, de Democratische Republiek Duitsland, Guinea, Marokko, Ghana, Algerije, Cuba, Irak, de Volksrepubliek China, Egypte en vele andere landen.
17 januari 1961 Lumumba wordt vermoord in Katanga. België en VS medeplichtig.
19 juni 1961 De regering in ballingschap in Stanleyville sluit een akkoord met Kinshasa en ontwapent het volk. Dat nochtans al de helft van het land bervijd had.
27 januari 1961 Vice-eerste minister in de regering Lumuba, Gizenga wordt gearresteerd en onder huisarrest geplaatst.
Juni 1963 Mulele en Bengila komen terug uit China en publiceren een manifest waarin ze het volk oproepen tot revolutie. Uit dat manifest: 'Het land is in de handen van een kaste die zich enkel op een schandelige, snelle, revolterende manier wil verrijken. Ze trekt zich niets aan van de belangen van het volk. En ondertussen verhongert het volk.'
1 januari 1964 Mulele gaat over tot actie. Het volk volgt hem massaal.
Eind februari 1964 De guerrilleros van Mulele controleren een gebied zo groot als België. Voor Mobutu en zijn meesters, vormt de opstand een goed excuus om een bloedige repressie te voeren. Meer dan een half miljoen boeren wordt afgemaakt als beesten. Honderden dorpen worden door het leger van Mobutu platgebrand.
24 november 1965 Mobutu neemt officieel de macht over van stroman Kasa Vubu.
1972 Om het groeiende belang van het Marxisme-Leninisme en de aantrekkingskracht van het revolutionaire China op de Congolese intellektuelen te counteren, ontwikkelt Mobutu met steun van de CIA de ideologie van de authenticiteit. Nadat hij studenten van Lovanium op beschuldiging van sympathie voor het marxisme-leninisme, had laten uitmoorden, verklaart Mobutu: 'De doctrine van de MPR is een nationalisme dat alle belangrijke ideologieën verwerpt. Concepten als 'links' en 'rechts' zijn de Congolezen vreemd en leveren enkel voorwendsels aan buitenlandse mogendheden om zich met onze zaken te komen bemoeien. De vijanden van het volk zijn degenen die vreemde idealen willen binnenbrengen.' Congo wordt 'Zaïre'. Het IMF en de Wereldbank controleren de Congolese economie.
1984-1987 De economische en financiële politiek van Zaïre komt volledig in handen van de Wereldbank en het IMF.
Vanaf 1977 De positie van Mobutu wordt van langsom meer onhoudbaar in het Westen. De twee Shaba-oorlogen (1977 en 1978) tonen de zwakte van zijn leger, ondanks de steun dat het krijgt van het Westen.
Tot 1989 De imperialisten zetten alles in het werk om in Zaïre een regimewissel tot stand te brengen.
1990-1996 Processie van Echternach naar een democratie die er niet komt. De Conférence Nationale Souveraine (CNS, Nationale Conferentie) verzinkt in een moeras van blabla. Mobutu blijft stevig in het zadel.
Mei-juli 1994 Frankrijk organiseert Operatie Turquoise. Troepen die in Rwanda de genocide hebben bewerkstelligd, worden geïnstalleerd in Kivu. De Operatie draagt bij tot het versterken van de positie van Mobutu.
Januari-oktober 1996 In Oost-Zaïre wordt de situatie explosief. Een eenheidsfront ontstaat om af te rekenen met het regime van Mobutu. In dat front: Laurent-Désiré Kabila en Kisase Ngandu, twee Congolese nationalisten die hun mosterd haalden bij de revolutionaire traditie die in 1959-1960 van Lumumba en Pierre Mulele. De Tutsi van Kivu waren de eerste om zich te verzetten tegen de tirannie van Mobutu. In eerste instantie wordt het front gesteund door Rwanda en Oeganda.
17 mei 1997 De Alliantie arriveert triomfantelijk in Kinshasa.
September 1997 Kabila verbindt er zich toe de basisinfrastructuur en het staatsapparaat te herstellen. Kinshasa opnieuw veilig.
Eind 1997 De torenhoge inflatie van 741% is teruggebracht tot een aanvaardbare 6 %. De staatsinkomsten nemen toe.
Eind december 1997–1998 De VS besluiten om in te grijpen en opteren, net zoals in 1960, voor de eliminatie van de nationalistische leider.
2 augustus 1998 De Amerikaanse-Rwandese-Oegandese agressie-oorlog begint. Opzet was de oorlog 1 à 2 maanden te laten duren. Kabila verklaart: 'de oorlog zal lang duren en het zal een volksoorlog zijn.' De poging van de agressors om Kinshasa binnen te vallen, botst op het heroïsch verzet van het volk. Landen als Tsjaad, Angola, Namibië, Zimbabwe, … scharen zich achter Kabila.
21 februari 1999 Kabila vormt de CPP, de Comités du Pouvoir Populaire (Comités van de Volksmacht), een structuur van 'volksregeringen' die een totale breuk betekenen met het neo-kolonialisme.
9 april 1999 De VN neemt resolutie 1234 aan. Die gebiedt de agressielegers Congo onmiddellijk te verlaten.
2 juli 1999 De VS dringen de 'Akkoorden van Lusaka' op. Die ontkennen de agressie en bieden een pretext om de agressie verder te zetten. Zij vergemakkelijken de liquidatie van het regime van Kabila door een verzoening met de Amerikaanse agenten op te leggen. Het doel van Lusaka is de opdeling van Congo.
16 januari 2001 Kabila wordt vermoord in zijn presidentiële verblijf in Kinshasa. De nationalistische krachten beslissen Joseph Kabila aan te duiden als opvolger van zijn vader.
Sinds het begin van de oorlog in 1998 is Congo feitelijk verdeeld in drie delen. In het noorden is rebellenleider Jean Pierre Bemba de baas met de steun van Oeganda; het westen, midden en zuiden en de hoofdstad Kinshasa zijn in handen van het Congolese regeringsleger dat gesteund wordt door militairen uit Zimbabwe en Angola. In het oosten heeft de rebellenbeweging RCD-Goma de macht in handen, maar in de praktijk heeft Rwanda het daar voor het zeggen. En dan zijn er nog de lokale gewapende groeperingen, de mayi-mayi, en die uit Rwanda en Burundi die zich richten tegen de RCD-Goma en de Rwandese regering. Zij controleren die gebieden in het binnenland waar de andere strijdende partijen geen grip op hebben.

Geen opmerkingen: